5 September was het zover. Ik zou mijn eerste
zeekajaktocht maken naar Ameland, mits het niet te hard zou waaien. In dat geval
zou er uitgeweken worden naar lauwersoog en varen op het
Lauwersmeer.
Maar hopen dat het mee zou vallen, want een
jaar verheugen op een zeetocht na alle wilde verhalen van die noeste zeecracks
in de club, zag ik wat pielen op een meertje niet zo zitten.
De hele week windguru in de gaten gehouden en dat
zag er allemaal veel te rood uit. En naar het weekend toe werd
dat niet veel beter. Toch maar vertrokken en stilletjes hopend dat het wel
mee zou vallen.
Maar in Lochem kwam het crisismanagement bij
elkaar en werd dus besloten naar Lauwersoog te rijden. Shit, daar ging mijn
zeeavontuur. Maar goed, In groningen te water nadat een auto naar Zoutkamp was
gebracht.
Het begin was niet onaardig. Beetje wind, beetje
deinig. Iets wilder dan de Berkel. Schijnbaar hoorde iemand daarboven mijn
gedachten en kregen we een plaatselijke wolkbreuk te verwerken met de nodige
wind.
Het eerste stuk zuidwaarts was nog iets heftiger
met de nodige westenwind en “leuke” golven. Misschien was het toch nog niet zo
verkeerd om het meer te verkiezen boven de Waddenzee, waar op dat moment
windkracht 6 tot 7 zich vermaakte met iedereen die zich daar meende te moeten
bevinden. Het was wel een leuke oefening in balanceren. Alleen had mijn boot was
loefgierig. Zozo, een scheepsvaartterm. Wat voor de drommel weet jij nou
helemaal wat loef is, laat staan loefgierig. Nou sinds kort hebben wij in de
rimboe internet – riolering komt na pasen – en op Wikipedia kun je een schat aan
informatie vinden over welk onderwerp dan ook.
“Loefzijde of loef is de scheepszijde
waar de wind inkomt, dit in tegenstelling tot lijzijde, zijnde de zijde van het
schip waar de wind vanaf waait.” Allemaal leuk en aardig. maar hoe kan dat en
nog beter hoe voorkom je dat. Sinds vorige week ben ik erachter. Op het zeekamp
van de TKBN vertelden ze dat het draaipunt van een zeekajak zich ongeveer
aan de voorzijde van de kuiprand bevindt. Dus als de wind tegen de zijkant van
je lichaam blaast, draait de boeg van de kajak richting de wind. Dat zou te
corrigeren zijn met skeg, ware het niet dat de boot finaal de andere kant
op ging. Dan maar zonder. Je corrigeert je een ongeluk. Valt trouwens
ter voorkomen als je van uit je benen en romp peddelt in plaats van je
armen (TKBN). Hadden ze me dat niet eerder kunnen vertellen.
Na een tijd klaarde het op kwamen we in het
eind van de middag in Zoutkamp aan. De auto in Lauwersoog werd opgehaald en
de tenten werden opgezet. ’s Avonds na lang zoeken een kroeg gevonden en
enkele slaapmutsjes genuttigd.
De volgende dag vertrokken we naar Lauwersoog om
vandaaruit naar Schiermonnikooog te varen. Hey, toch nog de Waddenzee op. Niet
zo lang welliswaar, want het scheen beter terug te zijn voor het eb
werd.
De windsterkte was 3 tot 4. De aankomst op Schiermonnikoog was wat anders dan ik
me had voorgesteld. Want je hebt daar waar wij arriveerden geen strand,
maar basaltblokken, waar je de kajak overheenhannesen moet. Eventjes op de dijk
gelunched en toen terug. De terugtocht was iets
spectaculairder met de wind rechts tot rechtsachter, waardoor je meer
gelegenheid tot surfen kreeg.
Terug in Lochem waren ze zeer beneuwd naar
onze ervaringen: “Hans, heb jij de skeg nog moeten
gebruiken?”. Al met al een hele leuke
ervaring en zeer leerzaam
weekend.