Hier volgen drie verslagen van Lidy Groeneveld, Margit Bouman en Henk Groeneveld
Zie voor de foto’s http://lkv-njord.nl/fotoboek.php?id=42
Redding op de waddenzee
Het 30e Pinksterkamp van Njord zit er weer op. Met zo’n 30 deelnemers en overwegend goed weer, kijken we terug op een leuk en geslaagd Pinksterkamp.
Njord had zich helemaal aan het uiterste puntje van de camping op een royaal veld geïnstalleerd. Het sanitair bevond zich in een omgebouwde boei. Het leek wat weinig, maar in de praktijk viel dat nogal mee.
Vrijdagavond kwamen de Njordkampers een voor een binnen druppelen met een lekker zonnetje en kermisgeluiden op de achtergrond. Daar konden we iedere avond van genieten, want het kleine dorpje Zoutkamp stond het hele Pinktserweekend op zijn kop met een kermis en een “vlootschouw” van visserboten.
Die vissersvloot had naast de vele vlaggetjes ook allerlei spandoeken aan de masten gehangen. Een protest actie tegen de het visserijbeleid. Als ik het goed begreep komen er gebieden aan de kust, waar ze niet meer mogen vissen.
Zaterdag kon het dan beginnen. De jeugd toog in grote getalen met enkele ouders naar Pieterburen. De rest van de groep ging het Lauwersmeer op.
Het zonnetje liet ons die dag in de steek, waardoor de temperatuur bij een fris windje ons niet kon bekoren. Leo de Jong arriveerde ’s avonds in korte broek en T-shirt, de passende outfit voor de rest van Nederland, en wist niet hoe snel hij de warme kleren uit zijn auto moest trekken.
Gelukkig was het op de 1e Pinksterdag beter. Een heerlijk zonnige dag die ikzelf op de waddenzee mocht doorbrengen. Nee geen wadlopen zoals u misschien denkt, echt varen, hoewel we het wadlopen er maar bij hebben gedaan, wat met een kano op de sleep geen pinicure is. We hadden een andere groep al een grote boog zien maken, zij hielden wel de vaargeul aan, maar wij een tikkeltje eigenwijs wilden wel eens zien waar het schip strandde. Op de zandbanken dus. Wel lekker gevaren, vooral de weg terug via de vaargeul was prettig met opgaand tij en de wind in de rug. Voor Berend Kers was het de eerste keer Waddenzee en naar zijn reacties te zien, niet de laatste keer. Hans Pronk, als oudgediende vroeger al vaker op het Wad gevaren, stak na vele jaren zijn peddel weer eens in deze plas, en hoewel hij een revalidatie moest ondergaan na een ernstig ongeluk, voer hij of hij het dagelijks deed. Met de haven in zicht vond ik het tijd voor een test met redding op groot water. Ik ging lekker onderste boven en deed een beroep op mijn vaargenoten, waarvan Eric het eerste bij me was. Nu bleek dat de oefeningen in het zwembad ons de kunst eigen had gemaakt. In een wip lag mijn kajak weer recht en kon ik er weer in klimmen. De kuip was leeg, dus pompen hoefde ik niet. Een zeer geslaagde reddingsactie. Leo de Jong en Hans Nobbe waren onze andere vaargenoten.
We waren als eersten op de camping terug. Ook de anderen hadden heerlijk gevaren.
Alleen Margit had lekker wat rond gefietst. Margit was via Ricco als introducé in ons midden, evenals zijn dochter Kim met haar vriend Björn. Van Margit volgt hieronder nog een leuk verslag
Henk Groeneveld
Een geweldig kanoweekend
Al jaren lang is Ricco lid van Njord. Al veel langer dan de vier jaren dat ik hem mijn lief noem. Op gezette tijden begaf hij zich wel naar de club, maar ik heb me daar eigenlijk nooit echt betrokken bij gevoeld. Behalve dan bij een aantal mensen van de vereniging, die ik zo nu en dan ontmoette op verjaardagen. Dit jaar stelde Ricco voor om naar het Pinksterkamp te gaan. Ja, waarom eigenlijk niet, dacht ik en ik meldde me aan, samen met Kim en Bjorn , als introducée van Ricco. Toen kort voor Pinksteren het informatieblad mij bereikte, begon het een beetje te kriebelen. Ik had tenslotte van mijn leven nog nooit in een kano gezeten. “Is het niet een idee om het kanoën een keertje uit te proberen?” opperde ik, een kleine week voor het weekend zou beginnen. Dat vond ook Ricco wel een goed idee en op de zondag voor Pinksteren werden er kanoschoentjes en een zwemvest opgeduikeld en we wandelden samen naar het clubhuis. Van verbazing viel ik van mijn stoel. Natuurlijk wist ik eigenlijk wel dat Ricco heel erg vlak bij de accommodatie van de vereniging woonde, maar dat ’t zó mooi is, dat hij zelf een sleutel heeft en dat hij gewoon op elk moment dat hij wil de boten kan pakken, daar had ik nooit een idee van gehad. ‘Waarom hebben we dit nooit eerder gedaan?” vroeg ik me na mijn eerste kano-ervaring vol verbazing af. Een eerste kano-ervaring trouwens, waarbij ik binnen een half uur een nat pak haalde. Die week ben ik samen met Ricco nog een keer gaan oefenen. Mijn zelfvertrouwen werd er niet echt groter van, maar goed, ik wist nu in elk geval een beetje hoe het voelde, hoe ik in de kano moest stappen, het spatzeil om moest doen en –voor-namelijk in theorie- hoe ik me voort moest bewegen. Aan het einde van de vrijdagmiddag vertrokken we vanuit Lochem richting Zoutkamp. In Zwolle pikten we Kim en Bjorn van de trein. Het Tomtommetje wees ons feilloos de weg naar camping De Rousant, vermoedelijk genoemd naar rederij De Rousant, die een kottervloot bezit waarvan enkele schepen ook op de Waddenzee op garnalen vissen. Na de kennismaking met de al aanwezige Pinksterkampgangers hebben we de tenten opgezet en daarna nog kort voor de tent gezeten. Maar het was KOUD! Een goede reden om heel vroeg in de tent onder het heerlijk warme dekbed te kruipen. Op zaterdagochtend vond de officiële rituele opening van het kamp plaats door het hijsen van de Njordvlag. Ik stond daar een beetje onwennig en onzeker in de kring. Twijfelend of het verstandig was om zo meteen met al die ervaren mensen mee te gaan en in de kano te stappen. Benauwd zag ik op tegen 15 kilometer kanoën. Ik, met mijn twee keer een uurtje ervaring, al slingerend voort ploeterend op de Berkel. Maar mijn twijfel werd al snel door de anderen weggedragen. Alsof het heel vanzelfsprekend was, dat ik gewoon mee ging. Ik werd letterlijk en figuurlijk meegenomen met de rest van de groep, waardoor ik niet anders kon dan me er aan over geven. Ingespannen zit ik de eerste vijf kilometer in mijn kano. Ik probeer me te concentreren op het peddelen, heb geen oog voor de omgeving of mijn medevaarders. Met name het sturen vind ik supermoeilijk. En zodra ik in de buurt van een andere kano kom ben ik bang dat ik in aanvaring kom, ik probeer dus afstand te bewaren, maar dat lukt geregeld helemaal niet. Af en toe komt een van de reisgenoten even langszij en krijg ik een tip of een aanwijzing. Op een gegeven moment komt er een motorboot van Staatsbosbeheer op ons afvaren. De daarop aanwezig boswachter maakt zich bekend en vraagt wie de vaarleider is. Het blijkt dat we het eerste deel van onze tocht op verboden water hebben gevaren. We krijgen een waarschuwing met de boodschap dat we voor het zelfde geld een bekeuring hadden kunnen krijgen. Hoewel, dat zou natuurlijk wel een stuk duurder zijn uitgevallen We vervolgen onze tocht en varen naar een eilandje om te pauzeren. Hebben we er nu al vijf kilometer op zitten? Het is als een speer gegaan. Het valt me tot nu toe alles mee! Een deel van de groep start met de tweede vijf kilometer, een rondje om het eiland, Ik blijf met een aantal anderen op het eilandje wachten tot ze terug zijn. In de luwte genieten we van het zonnetje Dan vervolgen we met z’n allen het laatste stuk, terug naar de camping. ’s Avonds maken we gezamenlijk een wandeling. Nou ja, wandeling is wel een beetje een groot woord. We lopen naar het dorpspleintje van Zoutkamp, zitten daar een poosje op het muurtje en lopen daarna weer terug naar de camping. Eigenlijk tekenend voor de sfeer van het Pinksterkamp: alles rustig op ons gemak. Je doet mee aan waar je zin in hebt en als je dat niet doet, neemt niemand je dat kwalijk. Heerlijk! In de loop van de avond brengen we een groep van zes mannen weg die de nachttocht gaat varen. Het duurt lang voor we er zijn, want door een omleiding maken we side-seeing, waarbij overigens weinig te zien is, vanwege de donkert in dit late uur. Terug op de camping drinken we als wegbrengers nog een borrel. We besluiten om maar niet te wachten tot de mannen terug zijn, maar om ons bedje in te duiken. Een onbekende tijd later kruipt er een ijsblok naast me de tent in. Op zondag, eerste pinksterdag, vertrekt eerst een klein groepje mannen naar de Waddenzee. De rest van de groep vertrekt enige tijd later vanaf de camping. Ik heb besloten mezelf deze dag een vrije dag te geven wat betreft het kanoën en stap op de fiets om het Groningse platteland te fotograferen. Het is heerlijk zonnig weer. Eindelijk! We eten aan het eind van deze dag gezamenlijk. Iedereen is eerst druk doende om zijn favoriete potje te koken, om al de lekkernijen vervolgens als een buffet op te stellen. En zo komt een einde aan deze mooie eerste pinksterdag. Op de maandag is de laatste tocht, en die laat ik natuurlijk niet aan mij voorbij gaan. Ik merk dat ik zo langzamerhand een beetje begin door te krijgen, hoe het werkt. Ik krijg langzaam meer oog voor de omgeving en raak niet meer in paniek als er iemand langszij komt. Het lukt me zelfs om gezellig keuvelend samen met anderen op te varen! En dan moeten we de boel weer opbreken. Gelukkig is dit nog niet het einde van het weekend, want terug in Lochem wacht ons nog een heerlijk Chinees buffet. Een gezellige afsluiter van dit geweldige kanoweekend! Njordters bedankt! Margit
Een koek (je) erbij. Tijdens de pinksterkampen is het gebruikelijk om op zaterdag avond gezamenlijk koffie/thee te drinken met iets lekkers erbij. Voor de koffie/thee moet men zelf zorgen en het lekkers wordt door iemand van de pinksterkamp commissie geregeld. De afgelopen jaren werd dit veel door Henk gedaan. Er wordt een bakker in de buurt van het kamp gezocht. Een week van te voren wordt er gebeld met de vraag of ze een plaatselijke of streek lekkernij hebben voor bij de koffie. Zo ook deze keer. Als echtgenoot van Henk hoor je nog wel eens wat: zo vertelde Henk me dat hij een plaatselijke koek geregeld had bij een bakker in Leens. Wel vond hij de prijs aan de hoge kant maar met de korting die hij kreeg ging het net. Op de bewuste zaterdag zou ik de 30 koeken bij de bakker in Leens ophalen. In de winkel was het druk. Toen ik aan de beurt was vertelde ik dat ik van de kanovereniging de bestelde koeken op kwam halen. O, wacht maar even mijn bazin haalt ze zo op. En jawel hoor daar kwam ze aan; drie kratten op elkaar met een afmeting van ongeveer 75 cm hoog en 40 cm breed en 50 cm lang voor zich uit schuivend. Ja daar schrok ik wel even van, zette grote ogen op en begon een beetje zenuwachtig te lachen. Maar….. dat was eigenlijk niet de bedoeling…. daar zag ik 30 stuks spelt koeken, in iedere krat 10 stuks. 1 speltkoek zo groot als 1 ontbijtkoek. Nu begreep ik ook waarom die koeken nogal aan de prijs waren. Ik keek de bakkersvrouw nog eens aan en stamelde dat het de bedoeling was dat ik een koek(je) voor bij de koffie kwam halen. “En geen koek voor een heel weeshuis” dacht ik er zelf bij. Wat een mis verstand/mis communicatie vond ook de bakkersvrouw, dan hebben we elkaar niet goed begrepen. De bakkersvrouw liet me koek(jes) zien wat dan wellicht wel de bedoeling was. Ja, deze plaatselijke koek(jes) waren precies goed. Gelukkig vond de bakkersvrouw het geen probleem dat ik deze andere, goedkopere plaatselijke koeken meenam maar dan wel zonder korting. De speltkoeken raakte ze wel kwijt, en uw penningmeester zal wel blij met u zijn voegde ze eraan toe.
Bij deze krijgt de bakkersvrouw uit Leens de warme douche!
Lidy Groeneveld, echtgenoot van penningmeester Henk.