Na 2 jaren te hebben overgeslagen kon dit jaar weer een kanotocht in Zweden doorgang vinden. Op zaterdag 17 augustus werden vier kano’s (van Eric, Marlies, Leo L en Henk) op de auto van Eric geladen en werd er aangevangen voor een autotocht van 1080 km naar het Zweedse dorp Backaryd, wat zich ongeveer een half uur rijden van de Oostzeekust bevindt. In Backaryd heeft een vriend van Eric een tweede huisje en daar kunnen we de eerste nacht overnachten. Dat is wel fijn want als we om 21 uur aankomen begint het al wat donker te worden en hebben we de luxe dat er niet gekampeerd hoeft te worden. We worden gastvrij onthaald.
De volgende dag worden we door Gilbert naar de het kustplaatsje Ekenas gebracht. We hebben zes dagen voor de boeg en het weer is prachtig met zon en windkracht 2. Deze zuidoost kust van Zweden kent vele baaien en eilandjes waar we tussendoor varen en het vaak nagenoeg windstil is. Deze kust heeft net als de kust boven Göteborg, waar we al viermaal met een Njordgroepje zijn wezen varen, veel rotsen en eilandjes die overwegend uit rotsen bestaan. Het verschil is dat de oevers en eilandjes hier veel meer begroeid zijn met struiken en bomen.
De eerste nacht overnachten we op het eiland Bockön-Mjöön. In 1871 ttot 1876 hebben daar 18 mensen geleefd. De sporen daarvan kun je nog zien aan muurtjes met natuurstenen die zijn gestapeld om perceel afscheidingen te maken. Verder een fundament voor een huis en een half met natuurstenen opgebouwd schuurtje. Het eiland was voorzien van toilet, bankjes, een picnictafel, afvalcontainers en een aanlegsteiger voor boten. Het eiland was groot genoeg voor een wandeling van een half uur en er graasde een kleine kudde schapen.
De tweede dag voeren we enigszins kris kras door de eilandjes staken de baai Rödskärvet over naar het eiland St Ekon. De weersverwachting voor dag 4 is regen met harde wind. Ook de dagen erna is het niet veel beter. We besluiten daarom nog 2 dagen landinwaarts te gaan varen. Op dag 3 verlaten we het kustgebied en varen via het Ronnebyan kanaal het stadje Rooneby in.
Na daar opgehaald te zijn door Gilbert, overnachten we wederom bij hem. ’s Ochtends bij het opstaan hoort Eric het alarm van zijn auto afgaan en ziet de achterklep openstaan en meent dat er een of ander dier achterin de auto aan het snuffelen is. Die snuffelaar blijkt Leo te zijn. Overigens hadden Leo en ik de achterklep die avond ervoor open laten staan. Dankbaar voor al deze luxe rijden we de dag erna naar het stadje Växjöde waar we naar bouwmarkt Bauhaus rijden om voor Ikea prijzen te kunnen lunchen. De keuze is niet reuze maar de worstenbroodjes vinden er gretig aftrek. We zien een tafeltje met jongens die het er even van komen nemen en een bord met 5 of 6 worstenbroodjes zitten weg te werken. Hierna naar de Ekna natuurcamping pal aan het Helgasjonmeer. Marlies en Leo besluiten die middag nog een stukje te gaan varen. Fanaten heb je nu eenmaal overal. Eric en ik kiezen voor een wandeling en hebben het geluk 2 kraanvogels in een weiland te zien. Zo gauw ze ons in de smiezen krijgen, vliegen ze op. Iedere ochtend horen we het enigszins trompetterende geluid van de kraanvogels.
De eerste dag start heel zonnig en het valt erg mee met de wind. Het blijft die dag droog. We maken een tochtje van zo’n 20 km. Leo en Marlies doen er nog wat extra bij, de fanaten. Een tweede pauze blijkt lastig. We denken in een lange strook met keien een plaatsje te vinden maar dat valt tegen. Het is er wel prachtig om doorheen te varen. De tweede dag flinke wind en we besluiten meer in de luwte te blijven. In een baai ontdekken we een verrassend watertje van een paar kilometer dat weer bij de camping uitkomt.
Tot slot pakken we toch nog een stukje wind. Marlies en Eric pakken nog een stukje tegen de wind erbij. Leo en ik gaan terug naar de camping. Met de meer aantrekkende wind van achter gaat dat snel en we kiezen ervoor om aan de windluwe kant van de landtong uit te gaan stappen. Maar alvorens dat te doen kijk ik bij de uitloper van het land nog even achterom en zie in de verte Eric en Marlies onze kant op komen. Ik besluit even op hen te wachten en duik even de luwte in. Als ik even later weer kijk zie ik hen niet meer en vraag me af of ze in de problemen zijn gekomen. Uiteindelijk zegt Leo dat we maar aan land moeten gaan. Op dat moment komt Marlies aangelopen. Blijkt dat zij aan de windzijde van de landtong waren uitgestapt. Dat had ik niet verwacht en door de harde wind waren ze daar zo snel beland dat ik hen niet meer kon zien.
Er volgt een natte avond. De dag erop toch weer aan de waterkant in het zonnetje ontbijten. We rijden wederom naar Backaryd voor een laatste overnachting bij Gilbert die voor ons nog een BBQ verzorgd. Na al deze gastvrijheid rijden we de zaterdag erop terug naar Nederland. Nog een stevige rit waarbij boven Nederland in de avond noodweer wordt voorspeld. Maar ook aan de Duitse kant van de grens komen we in een zodanige bui met harde wind terecht, dat we zelfs genoodzaakt even naast de snel weg een parkeerplek te zoeken. Maar uiteindelijk komen we nat maar veilig thuis. Het was weer een mooie ervaring.
Foto’s zie het album https://www.lkv-njord.nl/fotos/nggallery/album/zweden-2024