Met twee chauffeurs vertrokken we richting Warken om bij de aftakking van het Groene Kanaal in de Berkel te water te gaan.
Aangekomen bij de instapplek vonden we nog net een parkeerplaats voor de auto’s. Het was er een drukte van jewelste. Er waren mensen honden aan het africhten. Bij de vistrap troffen we een tiental vogelaars aan. Op de vraag wat er aan de hand was wilden ze geen antwoord geven. Bang dat we de naam van het vogeltje verder zouden vertellen. Een uur later zouden er waarschijnlijk 70 vogelaars zitten. We hebben het beestje gezien. Hij is zwart met wit komt hier bijna niet voor. Hij vertoeft bij helder snelstromend water met een rotsige bodem. De biotoop van de vistrap voldoet aan al deze voorwaarden. He beestje zoekt zijn voedsel onder water. Hij loopt daarbij over de bodem. Om te voorkomen dat hij wegspoeld loopt hij tegen de stroom in en brengt de vleugels in een stand zodat hij op de bodem blijft. Het lijkt wel wildwater varen.
Terug naar onze bezigheid kanoën. Dat bleek niet zo makkelijk, er dreef gigantische plak maaisel voor de instapplek. Het werd geen over- maar indragen, 100m verder vonden we een plek om te water te gaan. Na een halfuur varen begreep iedereen dat je de buitenbochten moet aanhouden. De binnenbocht was ondiep en bestond boven de waterspiegel uit natte modder. Waarschijnlijk was het pijl onlangs verlaagd. Bij “het Witte Bruggetje” werd gepauzeerd. Tijd genoeg op het eindpunt stond het eten voor ons klaar, Maar je moet dan niet vroeg aan komen. Op naar de Staringkoepel, hier hebben we gestopt om het theehuis met zijn expositie te bekijken. Vanaf het balkon kijk je uit op de boerderij het Draafsel. Klik de link aan dan zie de kaart van de Berkel uit 1763. historische kaart van de Berkel Het Draafsel staat al op deze kaart.
Op naar het clubgbouw, vanwege de tegenstroom moesten we het laatste halfuur nog behoorlijk doorpeddelen.
De boten schoongemaakt, een drankje gedronken waarna Maarten ons van een heerlijke Italiaanse maaltijd voorzag.
Wat was dat nou voor vogeltje?